Er komen jaarlijks grote aantallen toeristen uit binnen- en buitenland naar ons kikkerlandje om onze tulpen, windmolens en klompen te bekijken. Als Nederlander vond ik Nederland altijd saai en gewoontjes. In het buitenland, daar gebeurde het! Tot ik om mij heen ging kijken…
Ik woon zelf al mijn hele leven in de Flevopolder. Het tulpenseizoen is net weer begonnen. Toen ik vorige week van mijn werk naar huis reed, zag ik allemaal auto’s langs de weg staan. Mensen stonden foto’s te maken of gewoon even te kijken naar de tulpen, vollop in bloei.
Jaarlijks trekt de Keukenhof alleen al meer dan een miljoen bezoekers. Er komen natuurlijk ook veel bezoekers voor Amsterdam en “Holland gras”, maar er zijn er ook heel veel die echt voor onze tulpen komen.
Ik rij elke dag langs de tulpenvelden naar mijn werk. Eigenlijk zie ik ze niet eens meer, want hé ik zie ze al mijn hele leven. Tot mijn dochter van 3 enthousiast begon te roepen: “Mama kijk rood en geel en oh roze dat is mijn lievelingskleur mama”! Eerst had ik niet direct door wat ze bedoelde, maar ineens dacht: oh de tulpen!
Ik ben meteen gestopt en uitgestapt. Als zelfs mijn kids het bijzonder vinden, dan moeten we toch even de tijd nemen ervan te genieten.
Als je daar dan staat bij een indrukwekkend tulpenveld, de kids helemaal enthousiast. Zoveel bloemen hebben ze natuurlijk nog nooit gezien. Ineens word je je dan bewust van de schoonheid om je heen. De windmolens, de eindeloze, uitgestrekte platte polders. Het klinkt misschien cliché, maar ineens was ik trots op mijn land! Er zijn zoveel mooie plekjes te vinden, we moeten alleen af en toe stilstaan en de tijd nemen ze te ontdekken.
Mijn nieuwe motto? Neem de tijd en kijk om je heen!